Over de grens?!

Kleur jij altijd binnen de lijntjes? Ik wandel graag in een natuurgebied op Walcheren. Je kunt er heerlijk dwalen over allerlei paadjes en een stuk of vijf routes volgen. Ik weet waar de overgangen naar het strand zijn en hoe ik er moet komen. Je mag niet van de paden af, want dan stoor je het wild. Tja, en daar gaat het dan mis. Soms wil je gewoon eens zien wat er achter dat duin is: misschien kun je dan de zee zien of weer een ander duin, of misschien een paar oerossen.

Zo ging ik pas ook weer eens van de gebaande wegen af, over een van die kleine paadjes. Prachtig was het. Geen mens te bekennen. Rust. En daar was dan helaas ook dat hek met prikkeldraad, zodat het wild niet naar het strand kan. En ik dus ook niet. Dan maar lángs het hek naar de overgang. Er liep een paadje dus het moest kunnen.  En ik kwam er ook, maar vraag niet hoe. Onder de schrammen en blutsen, want ik ging natuurlijk niet terug. Intussen baalde ik dat ik dit pad had gekozen. Want ja, het verbod om van de echte paden af te gaan was natuurlijk niet voor niets.

Er zijn paden voor mensen en paden voor herten. Als je probeert een hert te zijn dan heeft dat zo z’n consequenties.  Het is spannend en leerzaam. Het moet me denken aan die tuin waar ik het eerder over had. Ook daar was een grens. Er waren bomen voor de mensen en daar was er eentje die dat niet was. De gevolgen waren groter dan mijn hertenpad. Zelfs zoveel groter dat ik dat pad niet eens genomen had als die boom met rust gelaten was. Wij kunnen de gevolgen van onze beslissingen vaak niet van tevoren overzien. Dat was toen en dat is nu. Dat laat God er in Zijn oneindige wijsheid ook gewoon zijn. Wij mogen leren, stap voor stap. 

Welke hertenpaden neem jij? Misschien zit je nu wel op zo’n hertenpad en heb je het niet eens door! Je struggelt maar en komt niet vooruit. Je hebt dan een wegwijzer nodig, een routepaaltje. Je moet gewoon terug. Ook al kost dat een hoop tijd, dat scheelt in ieder geval een hoop schrammen of misschien erger. Teruggaan doet pijn. Je ziet de weg die je ging – het hek met prikkeldraad, de bramenstruik en de duindoorn – en je erkent dat dat invloed had en leert dat sommige keuzes niet zo handig waren. Je likt je wonden en herstelt. En dan ga je met een goede richtingaanwijzer het juiste pad op. Dan probeer je maar te volgen en niet op je eigen inzicht steunen. Ik wijs ook graag de weg en wil graag zo’n routepaaltje zijn, neergezet door de Tuinman. En misschien klimmen we dan samen wel even het duin op om het hertenpad van bovenaf te zien, want twee zien er meer dan een.

Spreuken 3:5 Vertrouw op de Heer met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet.

Coby