Wat maakt een vader tot vader? Zijn kinderen. Zonder hen blijft hij de man die hij is. Kinderen maken hem tot vader.
Jezus wordt in de belofte ‘Eeuwige Vader’ genoemd. Ik kan mezelf zien als een kind van God. Kind van Jezus zijn voelt vreemd. Onbekend, omvangrijk.
Ik versimpel de zaak en ik ben een kind van de Schepper, ook wel drie-enige God genoemd. Kind van de Eeuwige.
Hij noemde me bij mijn naam, gaf het me. Zoals vaders dat doen. Ik ben zijn kind. (Jesaja 43: 1)
Ik hoef niet bang te zijn. Hij is bij me. Hij sterkt me. Hij helpt me. Hij houdt mij – Zijn kind – vast met zijn rechterhand. (Jesaja 42: 10)
Als ik verdwaal, zoekt mijn Vader, de Goede Herder, me.
Als ik beter lijk te weten, kan ik de wereld veroveren en op mijn neus vallen, ik word weer opgenomen door mijn Vader. (Lucas 15)
Ik ben altijd zijn kind en hij is altijd mijn liefhebbende Vader.
Ook al is mijn uiterlijk volwassen geworden, het kind in mij is er nog steeds.
Ik heb veel dingen afgelegd die kinderlijk zijn. Ik ben volwassen geworden. Intern en extern. (1 Korintiërs 13: 11)
Maar er zijn momenten in het leven dat het kind in mij naar buiten komt. Ik ben dan net als vroeger, toen ik klein was.
Soms boos, soms mokkend, soms koppig, soms grommend. Ik word een draak, spuw vuur. Word een egel, zet al m’n stekels op.
Want het is er nog steeds in mij, het kind. Wat er van hem over is.
Het ongeziene, ongehoorde, onvervulde, niet geliefde, het diep begraven kind. Het vindt zijn weg. Het toont zich in gevoel, in actie, in spreken.
Het kind in mij heeft een tekort dat geen mens op aarde heeft kunnen bevredigen. De kindertijd op aarde heeft zijn sporen nagelaten.
En als ik kinderachtig ben, dan wil ik heel kinderlijk zijn. Ik werp me in Zijn armen.
Ik huil, ben boos en scheld. Ik treur en huil. Tot boosheid en tranen opdrogen.
Ik word net als de andere kinderen en de hemel gaat voor mij open. De sterke armen van de Vader omringen mij. Alles is hier goed. Hier ben ik een kind van de Eeuwige. Hij houdt onvoorwaardelijk van mij.
Vertaald uit het Duits. Origineel: Kathrin Schill.